De Zee – Salut d’honneur Jan Hoet, 16 april 2015



De Zee is een tentoonstelling die net als een golf ongrijpbaar is, uitdeint, inslaat en sporen nalaat die weer gewist worden door nieuw geweld.
De Zee is een tentoonstelling in dialoog met Oostende, over meerdere locaties verspreid – een museum, een visserskerkje, een oude cinema, een hotel met zicht op zee en nog meer inspirerende plekken.
De Zee is een salut d’honneur aan Jan Hoet die nog een laatste hommage wilde brengen aan de zee… één met grootse gebaren en kleine verhalen.
Die hommage wordt vandaag jammer genoeg zonder Jan Hoet verder uitgewerkt maar zijn blik, zijn visie en zijn werk worden meegenomen. De grote lijnen voor De Zee werden tijdens de zomer en in het najaar van 2013 door Jan Hoet zelf uitgetekend, in nauwesamenwerking met co-curator Phillip Van den Bossche en assistent-curatoren Melanie Deboutte en Mieke Mels. Sinds februari 2014 heeft Hans Martens, vroegere rechterhand van Jan Hoet, het artistiek team vervoegd. De Zee zou Jan Hoets laatste tentoonstelling worden.

“De horizon voor de toekomst zal uitgewerkt worden, die Jan Hoet nog een laatste maal wou bieden.”
Bart De Baere in Pompidou, een radio-uitzending op Radio Klara, 3 maart 2014.


De Zee blikt terug op de Westerse kunstgeschiedenis vanaf het midden van de 19de eeuw tot op vandaag, en de manier waarop de zee wordt verbeeld en geïnterpreteerd. Het verhaal begint daar waar het academisme overboord wordt gegooid, waar voorbijgegaan wordt aan het vaak al te narratieve en dramatische genre van de marine, zoals storm- en schipbreuktaferelen. In deze tentoonstelling gaan we op zoek naar de brede en vrije kunstenaarsblik op het eindeloze water dat versmelt met de horizon. De tentoonstelling manifesteert zich dan ook in eerste instantie als een horizontaal verhaal – waarbij La Vague van Gustave Courbet het beginpunt is van belangrijke ‘crisismomenten’ in de kunstgeschiedenis – over een zee van verhalen omtrent globalisering en grenzen, over de horizon als perspectief, over menselijke stormen, de zeilboot en de zoektocht naar het wonder. Meerdere artistieke maar ook maatschappelijke breuklijnen openen keer op keer de deur naar de vernieuwing die tot stand komt vanuit een bevraging van de academische conventies. De Zee wordt geen spreekwoordelijke wandelgang vol tableaus maar gaat in tegendeel op zoek naar het moment, het ‘oponthoud’.
La Vague wordt niet opgenomen als één van de vele zeezichten, maar benadrukt een crisismoment in de kunstgeschiedenis en doet de bezoeker stilstaan en écht kijken. Dit biedt de kans om in De Zee de historische chronologie te doorbreken met ‘verticale’ ontmoetingen tussen moderne en hedendaagse kunst – een uitgangspunt dat Jan Hoet voor het leeuwendeel van zijn tentoonstellingen hanteerde. In het samenbrengen van beelden ontstaan verhaallijnen die de toeschouwer meevoeren. Kunstwerken haken op elkaar in, en versterken elkaar. Soms botsen ze, waardoor de toeschouwer uitgedaagd wordt. Er ontstaan verschillende golfbewegingen doorheen de tentoonstellingsruimtes en op de verschillende locaties in de stad, waarbij we hetzij één meesterwerk tonen en er de nodige ruimte voor open laten, hetzij een wisselwerking creëren tussen verschillende kunstwerken.